Foto’s van Frank

Ik heb nog 2 foto’s van Frank gevonden, eentje op zijn werkkamer aan de Grote Rozenstraat en eentje in de kantine, tijdens de pauze van de C++-cursus. frank frank2

fa eb fe

Jarenlang heb ik in mijn portemonnee een briefje gehad waarop deze getallen stonden: 250 235 254

Het zijn de decimale waarden voor de hexadecimale getallen 0xfa, 0xeb, 0xfe. Wanneer je die opzoekt in de Intel assember instructieset krijg je cli en jmp $. De eerste zorgt ervoor dat de processor niet meer op interrupts reageert, de tweede dat-ie continu  de jmp-instructie uitvoert. Kortom: de PC werkt niet meer, en ctrl-C oid krijgt ‘m niet meer aan de praat.

Indertijd (midden/eind jaren ’80) was er in de stad een computerwinkel met MS-DOS computers `on display’. Daar gingen we dan naartoe om achter die computers de opdracht

copy con command.com

in te typen, waarna we command.com overschreven met cli, jmp $ via de alt-250 etc. toetsencombinaties. De computer bleef doorgaans gewoon werken, maar bij de volgende reboot startte COMMAND.COM waarna de computer (uiteraard) 100% stopte te werken. LOL!

De enige manier om dat te herstellen bestond eruit om de computer via een diskette met MS-DOS erop te rebooten, en dan de daarop aanwezige COMMAND.COM naar de hard-disk te kopieren. Nogmaals: LOL!

KI vs. ASM

In de jonge dagen van het ICCE (denk aan de E in ICCE) hadden we natuurlijk ook een poot die zich intensief met wat later KI is gaan heten bemoeide. Exponent daarvan was Ab de Haan (ik vind Ab de Haans (Hanen?) op Faceboek, maar da’s niet `onze’ Ab: dat spoor loopt dood)

Er was altijd een controverse tussen wat Ab deed, met name met Prolog, en `het andere kamp’ binnen ’t ICCE, dat zich richtte op C en assembler: the need for speed! Prolog was zo vreselijk traag, en dat kwam ook doordat ’t ’n geinterpreteerde taal is.

Op een dag komt Ab vol trots vertellen dat Prolog nu ook vertaald kan worden! Dat moesten we zien! En inderdaad: Ab heeft een executable van zo’n 350 KB (de max. grootte onder MS-DOS) die laat zien wie de opa en oma van Piet en Karel zijn. WOW!

We nemen de executable mee. Ik meen dat Karel ermee aan de slag ging, en na een uurtje of zo komt-ie met de oplossing: de Prolog-lui hebben de Prolog interpreter + te `vertalen’ Prolog programma in een .exe-verpakking geplaatst. De verpakking start de Prolog interpreter als child-process en geeft de interpreter, als vanouds, ’t Prolog programma.

Geen vertaling dus, maar gewoon boerenbedrog? We vonden de executable ook al niet erg snel…

ICCE als ISP

Tegenwoordig heeft bijna elke student een laptop, maar toen ik in ’93 met de C++ cursus begon hadden de meeste student alleen een klein plastic mapje met daarin een paar floppies. Aan twee floppies had je voldoende voor de C++ cursus: één voor de Microsoft C++ compiler, de andere voor de sourcefiles, binaries en natuurlijk de onvolprezen ICCE editor ‘OE’.

Om iets met die floppies te kunnen moest je dan nog wel een vrije PC vinden om op te werken en bij voorkeur een niet al te trage. Dit was soms wel lastig en daarom besloot ik om mijn ‘Zilvervloot’ spaarrekening te gebruiken om een 66 mhz 486 DX-2 met 8 mb ram te kopen. Omdat deze in Gouda drie tientjes goedkoper was dan in Groningen haalde ik hem daar, met de OV-Jaarkaart uiteraard.

Nadat ik de C++ cursus had afgerond, mede dankzij dit supersnelle apparaat, en ik de Unix en Perl cursus van Piet had gevolgd, kwam het ICCE opeens met een nieuwe cursus: de Linux installatie cursus. Jawel, in die tijd kon je één studiepunt verdienen als je succesvol Linux aan de praat kreeg op je PC.

Dat was in die tijd best nog wel een uitdaging. Eerst moest je een goed werkende set floppies zien samen te stellen. Ik geloof dat ik een paar keer teruggegaan ben naar het ICCE omdat elke keer floppie #6 het niet deed. Na het installeren van het OS kreeg je dan de X configuratie. Dit was best spannend, want tijdens de cursus hadden we geleerd dat als je de sync waarden verkeerd invulde, je monitor in de fik kon vliegen.

Als je op een gegeven moment een werkend systeem had, dan kon je beziggaan met je internetverbinding. Het ICCE had hiervoor een paar 14K4 modems waarmee je middels dial-back een SLIP verbinding kon opzetten. Omdat je werd teruggebeld, was de afspraak dat je als gebruiker zelf je ’telefoontikken’ telde en die eens per maand kwam betalen. Zo werd het ICCE mijn eerste ISP.

De C++ cursus

Vele oud-studiegenoten van mij zijn uiteindelijk niet in de psychologie belandt maar in de IT. Mijn vermoeden is dat Frank en Karel daar voor groot gedeelte schuldig aan zijn.

Destijds in ’93 besloot ik om, naast Sociale Psychologie, SWI (Sociaal Wetenschappelijke Informatiekunde) als nevenrichting te doen. Eén van de vakken daarbij was de C++ cursus die door Frank en Karel werd gegeven. Natuurlijk werden er ook andere programmeer-cursussen gegeven. Ik herinner me bijvoorbeeld de Pascal-cursus bij informatica. Maar die cursus werd gegeven door een gestressde docent in een collegezaal vol met ongeïnteresseerde bedrijfsinformatica studenten en een paar beduusde SWI-ers. De opdrachten werden veelal van anderen gekopieerd en begeleiding was minimaal.

De aanpak van Frank en Karel was anders. Kleinere groepen, duidelijke uitleg en meer begeleiding. Via het beruchte gele opdrachtboekje werden in kleine groepjes de wekelijks programmeeropdrachten gemaakt op de pc thuis of op de universiteit. Met een paar 3,5 inch floppies kon je de gehele c++-compiler thuis op je pc zetten. De interesse voor het programmeren werd zo, bij mij en vele andere C++ cursisten, gewekt.

De C++ cursus was ook mijn eerste echte ervaring met klassen, pointers, structs en overerving.  Concepten die ik nog dagelijks tijdens mijn programmeerwerkzaamheden gebruik. En daar ben ik Frank en Karel nog altijd dankbaar voor.

werken_met_c

Bochten rijden in het busje

Als je met Frank mee rijdt in het busje dan zie je dat hij bochten gaat maken door zijn handen over het stuur te laten glijden terwijl hij ondertussen het stuur gewoon in dezelfde hoek laat. Het lijkt alsof hij maar door blijft draaien aan het stuur. Wat een heel grappig effect is waar iedereen blij van wordt.

Boekenlijst

Bij ’t ICCE bestond een, zo niet verplichte dan toch sterk aangeraden, boekenlijst. Wat ik nog weet is het volgende. Aanvullingen? Schiet ze maar in.

(Edit 22 mei 2015: Reacties verwerkt)

  • Tracey Kidder: The Soul of a New Machine, ook al elders genoemd door Peter
  • Aho, Sethi & Ullman: Compilers; a.k.a. The Dragon Book. Wat mij betreft dé klassieker.
  • K&R: The C Programming Language
  • Stevens: Advanced Programming in the Unix Environment
  • Dijkstra: Structured Programming
  • Tom Clancy: Red Storm Rising en andere boeken
  • Uderzo & Goscinny: Asterix en Obelix, vele strips
  • Muziekselectie: Frank Zappa (namens Frank en Erik Jan)
  • Douglas Hofstadter: Gödel, Escher, Bach
  • Robert M. Pirsig: Zen and the Art of Motorcycle Maintenance (ook namens Peter)

Simulaties en modellen

We hebben bij ’t ICCE nogal eens vraagstukken opgelost door een model van de werkelijkheid te maken en een simulatie te laten lopen. Dé voorbeelden hiervan zijn Pieter’s non-lineaire dynamische systemen, die kon je doorrekenen met behulp van stapsgewijze integratie; maar je kon ze nooit theoretisch oplossen.

Een andere mooie simulatie die me bijstaat is de volgende. Samen met Frank brachten we een Cessna naar het vliegkamp in Granville, vlak bij de Mt. St. Michel. Ik weet zelfs nog dat het ging om de papa hotel alpha november gold, oftewel de PHANG. Ik mocht mee om driehoekspeilingen naar bakens te verrichten en zo de voortgang op de vliegkaart te volgen.

De reis voerde ons langs Normandië, alwaar we, na een kleine omweg te hebben genomen, over Omaha Beach vlogen. We hadden een voorraadje tomaten meegenomen. Boven het strand gingen de raampjes open, en onder luide uitroepen van Bombs Away gooiden we de tomaten naar buiten.

Ik weet ook de landing in Granville. Tijdens radiocontact met de verkeerstoren zei Frank: “Listen carefully.. I will say zis only whence. Papa hotel alpha november gold, turning base.”

De enige computer

Toen ik ging studeren (1976) was een computer een groot apparaat waar je een rekenhal omheen bouwde. Het apparaat werkte op krachtstroom.

Deze computer was een CDC Cyber. Je kon je abonneren op de manual: deze bestond uit vellen papier in ringbanden; periodiek kreeg je wijzigingsbladen opgestuurd en was je een uur bezig om alle pagina’s die gewijzigd waren te vervangen door nieuwe. Uiteraard had Frank zo’n abonnement.

Werkplekken (“terminals”) werden er met een soort telefoonlijnen op aangesloten. In ons P-gebouw (hoek Poelestraat – Grote Markt, het zal er niet lang meer staan) was bovenin een bedompt hokje met vier van die terminals. De terminals werden op de cdc cyber aangesloten door middel van Gandalf kastjes. Als je verbinding wilde maken zette je het kastje aan, en als je uitlogde verviel die. Basaal bestandsbewerken deed je met xedit.

Ik leerde Frank eerst kennen door z’n proefschrift. Hij had een onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van Nederlandse adjectieven op personen in
persoonsoordelen. Hij had 1203 adjectieven gevonden.

Ik ging tijdens mijn studie zelf onderzoek doen met deze 1203 adjectieven. Het was al bekend dat je moest corrigeren voor volgorde-effecten: je biedt de adjectieven aan elke proefpersoon aan in een willekeurige, unieke volgorde.

Dat leek een klusje voor een computer. Ik wist amper wat een computer was. Frank bleek bereid mij te helpen met een programma dat de vragenlijsten randomiseerde en de ingelezen resultaten in de originele volgorde terug kon zetten. Mijn eerste kennismaking met Frank, computers en programmeren. Die combinatie zou nog lang blijven bestaan.

Toens ik stafled bij onderwijskunde werd, heeft Frank meteen een eigen username op de cyber voor me aangevraagd.

Zo ongeveer tegelijkertijd met de oprichting van het ICCE werd De Computer vervangen door een verzameling computers met een netwerk. Dat gold ook voor het icce: we kregen van ibm een token-ring netwerk. In eerste instantie konden we dit via uucp aansluiten op een verbinding bij Informatica. Via een ingewikkeld rooster belden we periodiek in. Bij informatica deden ze dat ook, en zo werd het hele land van mail voorzien. Later werd dat een tcp/ip netwerk, eerst nog over token-ring later over coax ethernet. Het leidde uiteindelijk kennis die we konden gebruiken om de terp van Oostum van een computernetwerk te voorzien. In eerste instantie was dat nog coax ethernet. De berkjes met hun vele bochtige wortels net onder de oppervlakte bleken een flinke uitdaging voor een kaarsrechte plastic buis waar de coaxkabel doorheen moest. In de oprit van de buren heeft Frank uiteindelijk met een pikhouweel ruimte voor een zware ijzeren buis vrijgehakt. Het netwerk bestaat nog steeds, maar is inmiddels vervangen door utp en flink uitgebreid. Voor zover ik weet is er nog steeds geen ethernetaansluiting naar het kerkje. Hier had Frank een computer genaamd Crucifix willen plaatsen 🙂

Frank, dank je wel voor alle hulp en leuke avonturen als het aanleggen van een computernetwerk op een terp!

Frank heeft overigens een heel eigen, unieke netwerkverbinding naar Oostum weten te realiseren….