Toen ik het ICCE leerde kennen zaten ze in het gebouw aan de Westerhaven. Naast de met aluminiumfolie beplakte ramen en de zitbank in Karel’s kantoor is me vooral de bijzondere koffiecultuur bijgebleven. Degenen die nu moderne ‘hipster’-kretologie als ‘Latte Macchiato’ of anders op zijn minst espresso verwachten moet ik teleurstellen. De bijzondere koffiecultuur bestond uit de enigszins disrespectvolle wijze waarop men met deze ‘zwarte motor’ omging…
Om koffie te pakken diende men ergens een kopje te vinden. Vond men deze niet schoon genoeg, dan was er bij de lift in de buurt een toilet met daarin een klein wastafeltje waarin het kopje omgespoeld kon worden. Vervolgens kon men dit kopje volgieten met koffie van variabele versheid. Als je er suiker en/of melk in wou (indien vooradig), dan was het enige roergereedschap een enigszins roestige schaar. Deze schaar was ook nodig om koffiepakken open te knippen en was om die reden goed beveiligd: hij hing met een stukje touw vast aan de tafel.
Aan het ‘koffiesediment’ in Frank’s mok kon je direct zien dat hij niet altijd meteen van zijn koffie dronk. Misschien dat hij afgeleid raakte of rook dat de koffie toch niet de gewenste versheid had. Het sediment aan de rand van de mok vormde een soort grafiek met in het begin (bovenin de mok) de grootste piek.
Een nauwkeurige analyse van deze grafiek had je kunnen vertellen hoe lang het gemiddeld duurde voordat hij zijn eerste slok nam, de gemiddelde grootte van een slok en hoe vaak hij zijn kopje helemaal leegdronk. Ook had de analyse kunnen uitwijzen hoe lang het na de laatste slok gemiddeld duurde voordat het restant in de bloempot buiten zijn kantoor werd gemikt (met daarin nog het verdorde restant een plant).
Helaas is deze informatie voor zover ik weet verloren gegaan, tenzij Frank deze mok nog ergens heeft…
Ik heb nog steeds een helder beeld van hoe aan de Westerhaven het koffiezetapparaat op een keer maar bleef doorlopen terwijl de pot allang vol was. Of het reservoir was te groot of de pot te klein, er was duidelijk iets niet in verhouding.
Dat verhaal vd koffie naar de bloempot heeft een staartje: iemand (een bioloog, dus iemand met gezag op dit gebied) vertelde mij een paar jaar geleden dat oude koffie goed voor planten is. Sindsdien dumpte ik oude koffie in de grote plantenpot naast de koffiemachine op de 3e verdieping van de Zernikeborg (nu Smitsborg). Regelmatige meningsverschillen over de wenselijkheid daarvan met collega’s en de plantenverzorger in de Smitsborg was daarvan overigens het resultaat.
Verder vertelt Esther mij dat ik nog steeds nooit mijn koffie opdrink. Dat heeft weer regelmatig tot gevolg dat er oude koffie op de grond wordt gepleurd, omdat bij ’t opruimen van de kopjes niemand verwacht dat mijn kopje nog halfvol koffie zit. Ook nu, terwijl ik dit schrijf op 25 mrt ’15 weet ik dat mijn (grote) REI-mok in mijn kamer in de Smitsborg daar momenteel half gevuld met oude koffie staat. Old habits die hard…